POTSDAM


Geschiedenis

 Adolph v. Menzel 1852 ( Fluitconcert in Sanssouci )
Adolph v. Menzel 1852 ( Fluitconcert in Sanssouci )

 

Potsdam is waarschijnlijk gesticht in de 10e eeuw en kreeg in 1345 stadsrechten.

In 1660 werd de stad door keurvorst Frederik Willem uitgekozen als zijn zomerresidentie. Hij liet er o.a. "Schloss  Sanssouci" bouwen.

Later werd de stad ook de favoriete verblijfplaats van de Hohenzollerns, de koninklijke familie van Pruisen.

 

Tussen 1734 en 1742 haalde koning Frederik Willem I, bijgenaamd de soldatenkoning, Nederlandse ambachtslieden naar Potsdam die daar een wijk aanlegden in Nederlandse stijl, "Holländisches Viertel".

 

Met name in de tijd van Frederik de Grote zijn er veel monumentale paleizen gebouwd, waaronder het "Neues Palais" en het al eerder genoemde "Schloss Sanssouci".

 

Begin 1800 viel Napoleon Italië binnen, hij vocht tegen de Britten op zee en was een bedreiging voor zijn buren. In november 1805 ontmoetten de leiders van Rusland en Pruisen elkaar in de Garnisonskirche in Potsdam om de krachten te bundelen. Nog geen jaar later, bij de Slag bij Jena en Auerstedt, werden hun troepen verslagen. Op 24 oktober 1806 nam Napoleon Potsdam in en trok naar Berlijn.

Hij bracht ondertussen nog een bezoek aan het graf van Frederik de Grote, voor wie hij een grote bewondering had. Hij zei tot zijn officieren, volgens John Lawson Stoddard : " Heren, dit was één van de grootste bevelhebbers van wie de geschiedenis melding heeft gemaakt, als hij vandaag de dag zou leven, zou ik hier niet staan".

Een half jaar voordat Napoleon bij de Slag van de Naties in 1813 werd verslagen, werd Potsdam door "Russische Cosacks" bevrijd.

  

In 1918, na de eerste wereldoorlog, werd keizer Willem II verdreven en werd Duitsland een republiek. 

 

Kort nadat Hitler in Duitsland aan de macht kwam vond op 21 maart 1933 de zogenaamde "Dag van Potsdam" plaats. Het was de officiële openingsceremonie van de nieuwgekozen Rijksdag, waarbij de nazi's de eenheid tussen het oude Pruisen en het nieuwe nationaalsocialistische Duitsland wilden demonstreren.  Potsdam was voor de feestelijke openingsceremonie versierd met zwart-rode vlaggen van het oude keizerrijk en met hakenkruisvlaggen.

 

De stad heeft zwaar geleden tijdens de tweede wereldoorlog, vooral van de bombardementen op  14 april 1945.

 

 

 

 

Conferentie van Potsdam
Conferentie van Potsdam

Na de oorlog vond van 17 juli tot 2 augustus 1945  in Cecilienhof de Conferentie van Potsdam plaats. De deelnemers aan de conferentie waren de Sovjet-Unie, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten van Amerika. De drie naties waren vertegenwoordigd door hun respectievelijke leiders, secretaris-generaal van de communistische partij van de Sovjet-Unie Jozef Stalin, de president van de Verenigde Staten Harry S. Truman en de Britse premier Winston Churchill.

Stalin, Churchill en Truman kwamen negen weken na de capitulatie ( 8 mei 1945 ) bijeen om te beslissen hoe Duitsland moest worden geregeerd.

Ze spraken af dat Duitsland verdeeld zou worden in vier bezettingszones, waarbij ook de Fransen een zone kregen en dat ze samen zouden werken aan de economische en politieke wederopbouw van Duitsland.

 

Het bondgenootschap tussen Washington, Londen en Moskou, gesloten om Europa van Hitler te bevrijden, viel kort na Potsdam uiteen. Onenigheid tussen het Westen en Moskou over herstelbetalingen, een verschillend economisch beleid in de bezettingszones en vooral de Sovjet-expansie in Oost-Europa hebben geleid tot de deling van Duitsland en Europa en het ontstaan van de koude oorlog.

 

In juni 1948  viel Potsdam in Oost-Duitse handen en werden vele monumentale gebouwen afgebroken. Op 7 oktober 1949 werd onder toezicht van de Sovjet-Unie de DDR opgericht. Door de bouw van de Berlijnse Muur was er geen vrij verkeer meer mogelijk met het naburige Berlijn.

 

 

Stalin, Truman en Churchill
Stalin, Truman en Churchill